Een ernstige diagnose roept verschillende gevoelens en emoties op. Deze gevoelens en emoties kunnen afwisselend voorkomen. Het ene moment bent je boos, het andere moment verdrietig en weer een ander moment overheerst de angst of paniek. Je kunt de indruk hebben heen en weer geslingerd te worden tussen je eigen emoties.
Veel voorkomende emoties en gevoelens zijn:
- Verdriet om wat je verloren hebt, zoals gezondheid, toekomstplannen of taken in het dagelijkse leven. Je kunt ook het gevoel hebben elk moment in huilen uit te kunnen barsten of op een willekeurig moment door verdriet vermand te worden.
- Angst dat de arts de ziekte niet onder controle krijgt en dat de ziekte terug zal komen. Angst voor pijn, lichamelijke aftakeling of om dood te gaan. Angst voor controleverlies of om gek te worden. Angst om afscheid te moeten nemen van geliefde mensen. Angst of wanhoop dat het nooit meer goed zal komen.
- Machteloosheid omdat je meer zou willen doen dan je kunt en je moet afwachten of de eventuele behandelingen aanslaan, of omdat je niet meer kunt veranderen wat er is gebeurd.
- Schuldgevoel omdat je vindt dat je bijvoorbeeld eerder naar een arts had moeten gaan, omdat je denkt dat de kanker voorkomen had kunnen worden wanneer je anders geleefd zou hebben, of omdat anderen dat tegen je zeggen. Schuldgevoel, omdat anderen verdriet hebben als gevolg van jouw situatie.
- Onbegrip dat het heeft kunnen gebeuren. Je vraagt je af waarom het is gebeurd en waarom juist jij kanker hebt gekregen.
- Boosheid dat het jouw heeft kunnen overkomen, op je lichaam dat je in de steek gelaten heeft, op de arts die de diagnose heeft meegedeeld. Of boosheid op het gebrek aan begrip bij anderen, of op God (of een andere hogere macht) omdat dit lot je is overkomen. Boosheid op de hele wereld inclusief jezelf om tal van redenen.
- Hoop op genezing en herstel. Hoop dat de toekomst betere tijden brengt.