Stelling 1
Het is tijdens de behandelingen aan kanker het allerbelangrijkst om zoveel mogelijk vitaminen en mineralen binnen te krijgen met de voeding.
Niet waar: Vitaminen en mineralen zijn voor iedereen belangrijk, ook wanneer je kanker hebt. Toch is dit niet het allerbelangrijkste in de voeding. Voldoende energie en eiwitten zijn namelijk erg belangrijk om ongewenst gewichtsverlies te voorkomen en lichaamscellen te herstellen. Wanneer je alleen voeding binnenkrijgt met veel vitaminen en mineralen en weinig energie en eiwitten, dan zal dit je conditie niet ten goede komen.
Stelling 2
Regelmatige consumptie van soja heeft een beschermend effect op het ontstaan van kanker.
Niet waar: Dit is niet wetenschappelijk bewezen. Soja past wel in een gezond voedingspatroon, maar er zijn op dit moment geen harde conclusies dat de consumptie van soja het risico op kanker verlaagd.
Stelling 3
Het is niet wetenschappelijk bewezen wat het effect is van antioxidanten tijdens de behandelingen bij kanker.
Waar: Er bestaan op dit moment meerdere theorieën over het effect van antioxidanten op radio- en chemotherapie. Dit zijn theorieën over zowel een positief als een negatief effect van antioxidanten op de behandelingen bij kanker. Op dit moment is er onvoldoende bewijs om conclusies te kunnen trekken.
Stelling 4
Bij voedingssupplementen geldt: baat het niet dan schaadt het niet.
Niet waar: De inname van grote hoeveelheden vitaminen en mineralen kan schadelijk zijn (KWF Kankerbestrijding, 2004). Bij het geven van een overdosis vitaminen worden naast toxische effecten ook ongewenste effecten op tumorgroei gezien
Stelling 5
Er bestaat een dieet of voedingspatroon dat kanker kan genezen of stoppen.
Niet waar: Uit wetenschappelijk onderzoek is tot op heden geen overtuigend bewijs dat een bepaald dieet of voedingspatroon een eenmaal ontstaan kankerproces positief kan beïnvloeden.
Stelling 6
Biologische producten zijn niet beter dan gewone producten wanneer je kanker hebt.
Waar: Uit wetenschappelijk onderzoek is geen bewijs dat biologische producten beter tegen kanker beschermen dan gewone producten en er is ook niets bekend over het effect wanneer iemand al kanker heeft.
Stelling 7
Wanneer je kanker hebt kun je beter niet zo veel eten, want extra voeding zorgt voor een versnelde groei van tumoren.
Niet waar: Er is geen bewijs dat goede voeding voor kankerpatiënten tot buitensporige tumorgroei zou leiden. Met goede voeding wordt bedoeld: een voeding die voldoet aan de actuele voedingsbehoefte en die is afgestemd op preventie van ondervoeding. Uit dierproefstudies is inderdaad gebleken dat tumoren een versnelde groei laten zien wanneer proefdieren extra voeding toegediend krijgen ten opzichte van proefdieren die weinig voeding krijgen. Er zijn echter weinig goede studies gedaan bij mensen en uit de resultaten van proefdierstudies kun je geen goede conclusies trekken, omdat groei van menselijke tumorcellen anders verloopt dan bij dieren
Stelling 8
Suiker is slecht, want suiker voedt de tumor.
Niet waar: Het is niet wetenschappelijk bewezen dat suiker op zich invloed heeft op kanker. Het algemene advies om niet te veel suiker te gebruiken wordt gegeven om het risico op overgewicht te voorkomen.
Stelling 9
Het is niet wetenschappelijk bewezen dat groene thee het risico op kanker verlaagd.
Waar: Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs over het effect van groene thee op het ontstaan van kanker. Er zijn aanwijzingen voor een preventieve werking, maar er zijn ook onderzoeken gedaan waaruit een kankerverwekkend effect van groene thee is gebleken.
Stelling 10
Een vegetarisch voedingspatroon is gezonder dan een voedingspatroon met vlees.
Niet waar: Vlees past in een gezond voedingspatroon, het WCRF raadt daarom af om vlees uit het voedingspatroon te schrappen. Er wordt aanbevolen om de voeding voor twee derde uit plantaardige producten en voor één derde uit dierlijke producten als vis, vlees, zuivel, gevogelte en eieren te laten bestaan. Zorg er hierbij voor dat je per week niet meer dan 500 gram rood vlees eet (rund-, varken-, lam- en paardenvlees) en de consumptie van bewerkt vlees zoveel mogelijk beperken.