Vitaminen en mineralen
Met een gezonde en gevarieerde voeding kun je voldoende vitaminen en mineralen binnenkrijgen. Dit kan je bereiken door te eten volgens de schijf van vijf. Wanneer je voldoende gevarieerd eet hoef je niet bang te zijn voor een vitamine- of mineralentekort.(1,2)
Voedingssupplementen
Voedingssupplementen zijn eet- en drinkwaren die bedoeld zijn als aanvulling op de normale voeding, bijvoorbeeld vitamine- en mineraalsupplementen, kruiden- en aminozuurpreparaten of visoliecapsules. Ze bevatten één of meerdere microvoedingsstoffen of andere stoffen met een voedingskundig of fysiologisch effect. Het zijn geen geneesmiddelen.
Er is nog onvoldoende bewijs of vitaminen en mineralen het risico op kanker kunnen verkleinen. Mogelijk dat Foliumzuur (vitamine B11) en Selenium (ook wel Seleen) hier een uitzondering op zijn. Foliumzuur zou het risico op darmkanker en Selenium het risico op prostaatkanker mogelijk verlagen. Onderzoeken waaruit een beschermend effect bleek van voedingssupplementen bij kanker zijn veelal gedaan onder specifieke groepen mensen, daarom mag niet geconcludeerd worden dat deze voordelen ook voor alle mensen gelden. Er is nog veel onduidelijk over het verschil in effect van hoge en lage doseringen supplementen en de verschillen tussen natuurlijke en synthetische supplementen.
Al met al is er nog onvoldoende bewijs om supplementen aan te bevelen om het risico op kanker te verlagen, hiervoor is meer onderzoek nodig. Daarom beveelt KWF Kankerbestrijding aan om voldoende foliumzuur en Selenium via de voeding in te nemen. Selenium komt vooral in vlees en graanproducten. De belangrijkste bronnen van foliumzuur zijn brood, groente (bloemkool, spinazie, broccoli en spruitjes), aardappelen, melk(producten) en citrusvruchten.
Wanneer je toch voedingssupplementen wilt slikken is het belangrijk om te weten dat deze tabletten een goede voeding nooit kunnen vervangen. Voedingsmiddelen leveren namelijk meer dan de stoffen die in de supplementen voorkomen. Ook is het erg belangrijk dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) niet overschreden wordt. Het gebruik van een hoge dosering vitaminen kan namelijk schadelijk zijn. 100% van de ADH is over het algemeen veilig om te gebruiken, maar overleg bij twijfel met een arts of diëtist. Het is tevens belangrijk om rekening te houden met verrijkte producten. Tegenwoordig zijn er steeds meer producten op de markt die verrijkt zijn met bepaalde voedingstoffen, bijvoorbeeld sinaasappelsap met toegevoegd calcium. Wanneer je zowel verrijkte voedingsmiddelen als supplementen gebruikt, kun je de bovengrens van de ADH snel bereiken.(3,4,5,6,7)
Antioxidanten
Antioxidanten is een verzamelnaam voor stoffen zoals de vitamines C en E, bioactieve stoffen (aanwezig in groente en fruit) en spoorelementen zoals Seleen (ook wel Selenium genoemd). Deze stoffen kunnen beschadiging in het lichaam door agressieve stoffen (zogeheten vrije radicalen) tegengaan.
Uit verschillende soorten onderzoek is gebleken dat antioxidanten, polyfenolen en carotenoïden een remmende invloed hebben op bepaalde schakels in het ontstaansproces van kanker. Dit wil echter nog niet zeggen dat antioxidanten het risico op kanker in de mens onder normale omstandigheden ook daadwerkelijk kan verkleinen.
Door de beschermende werking van antioxidanten tegen vrije radicalen kunnen ziektes als kanker en hart- en vaatziekten op de lange termijn mogelijk voorkomen worden. Maar om dit met zekerheid te kunnen zeggen is er nog onvoldoende wetenschappelijk bewijs. Van veel stoffen is nog niet duidelijk aangetoond dat zij werken als antioxidant. Dit is vaak wel in de reageerbuis aangetoond, maar hiermee is nog niet bewezen dat ze ook in het menselijk lichaam als antioxidant werken. Het hangt er van af of de stof voldoende door het lichaam kan worden opgenomen wil de stof het schadelijke effect van vrije radicalen kunnen tegengaan. Daarnaast moet de stof op de juiste plaats in het lichaam (in de cel) aanwezig zijn. Van vitamine C, E en Seleen is wel duidelijk aangetoond dat zij als antioxidant werken in het menselijk lichaam.
Van bepaalde voedingssupplementen met antioxidanten is aangetoond dat zij het risico op kanker juist kunnen vergroten. Een combinatie van hoge doseringen (>15 milligram; dit is >240 g gekookte wortelen of >100 g wortelsap) bètacaroteen per dag vergroot het risico op longkanker en hoge doseringen (>15 milligram) bètacaroteen in combinatie met vitamine A of vitamine E vergroot het risico op maagdarmkanker. Een oorzaak hiervan zou kunnen zijn dat bij te hoge concentraties antioxidanten in het lichaam ongewenste zogenaamde pro-oxidant-effecten optreden. Dit is het omgekeerde effect van de verwachte positieve werking van antioxidanten.(8,9,10)
Groente en fruit
Groente en fruit zijn gezonde voedingsmiddelen die onder andere vitamines en mineralen leveren. Het eten van voldoende groente en fruit verlaagd de kans op verschillende soorten kanker (mondkanker, keelkanker, strottenhoofdkanker, slokdarmkanker, maagkanker, longkanker, alvleesklierkanker, prostaatkanker). Het advies is daarom om dagelijks minimaal vijf porties (ten minste 400 gram) verschillende soorten groente en fruit te gebruiken. Het Voedingscentrum adviseert om dagelijks twee ons groente en twee ons fruit te eten, wat ook neerkomt op 400 gram per dag. Het is hierbij belangrijk om zoveel mogelijk te variëren, want niet alle soorten groente en fruit bevatten dezelfde hoeveelheden vitaminen, mineralen en bioactieve stoffen. Bioactieve stoffen zijn stoffen met een bepaalde biologische of fysiologische activiteit, die meestal een gezondheidsbevorderend effect hebben maar waarvoor geen behoefte is vastgesteld. Het lichaam kan namelijk in principe ook zonder deze stoffen. Verder bevatten plantaardige voedingsmiddelen zoals groente en fruit, veel vezels en water en weinig calorieën. Het eten van deze producten kan bijdragen aan het behouden van een gezond gewicht en een gezond gewicht verlaagd het risico op kanker. Vezelrijke producten verlagen mogelijk de kans op darmkanker.(11,12,13,14,15,16)
Vlees(producten)
Vlees past in een gezond voedingspatroon, omdat het een bron is van eiwitten, vitamines en mineralen. Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat rood vlees (rund-, varkens-, lams- en paardenvlees) en bewerkt vlees het risico op darmkanker zou kunnen verhogen. Echter, het is onduidelijk of dit ook voor de Nederlandse situatie geldt. Later uitgevoerde onderzoeken in Europa hebben dit namelijk niet bevestigd. Om het risico te verlagen wordt geadviseerd om niet meer dan 500 gram (gewicht na bereiding) rood vlees per week te eten en het eten van bewerkte vleesproducten te vermijden. Met rood vlees wordt rund-, varkens-, lams- en paardenvlees bedoeld. Voorbeelden van bewerkt vlees zijn ham, knakworst en boterhamworst. Dit advies komt overeen met de adviezen die in Nederland aangehouden worden om dagelijks 100-125 gram vlees, vleeswaren, vis, kip en eieren te eten, waarvan minimaal twee keer per week vis. Een dag zonder vlees kan ook prima. Als je liever helemaal geen vlees, kip of vis wilt eten, is het belangrijk om te kiezen voor vleesvervangers. Goede vervangers zijn: Quorn (merknaam), Valess (merknaam), Tivall (merknaam), Vivera (merknaam), Goodbite (merknaam), tofu, noten, tempé, peulvruchten en eieren. Zorg dat je daarnaast voldoende volkoren producten, aardappels, (groene) groenten, zuivelproducten (of goede vervangers) en halvarine/margarine producten gebruikt. De bereiding van vlees is ook belangrijk; donker gebakken vlees of vlees dat is gebraden bij een hoge temperatuur zou ook het risico op darmkanker kunnen verhogen. Er is echter nog meer onderzoek nodig om dit met zekerheid te kunnen zeggen.(17,18,19,20)
Zuivel
Zuivelproducten zijn een belangrijke bron van eiwitten en verschillende vitamines en mineralen zoals calcium en vitamine B12. Aanbevolen wordt om dagelijks 450-650 ml melk(producten) te gebruiken. Er wordt veel geschreven over zuivel en het risico op kanker. Uit onderzoek is gebleken dat een hoge consumptie van melk en melkproducten voor een verlaagd risico op darmkanker zou kunnen zorgen. Dit is echter nog niet met zekerheid te zeggen. Hetzelfde geldt voor een hoge calciuminneming en het risico op darmkanker. Omdat melkproducten een belangrijke bron van calcium zijn, kunnen er geen conclusies getrokken worden of het verlaagde risico door calcium of door andere eigenschappen van melk komen. Daar staat tegenover dat er ook bewijs is gevonden dat kaas het risico op darmkanker juist zou kunnen verhogen. Naar calcium en het risico op prostaatkanker zijn ook onderzoeken gedaan, maar hier kunnen geen definitieve conclusies uit getrokken worden. Wel is bekend geworden dat consumptie van melk en melkproducten niet van invloed is op het risico op borstkanker. (21,22,23)
E-nummers
E-nummers zijn hulpstoffen of additieven die in de voedingsmiddelenindustrie worden gebruikt. Dit kunnen kunstmatige stoffen zijn, maar ze kunnen ook een biologische basis hebben. Sommige vitamines hebben bijvoorbeeld ook een E-nummer, of de kleurstoffen uit bietjes en bepaalde antioxidanten. De additieven mogen alleen aan voedingsmiddelen toegevoegd worden wanneer ze aan strenge eisen voldoen en door de EU zijn goed gekeurd. Pas wanneer een bepaalde stof aan alle eisen voldoet mag het een E-nummer krijgen. Additieven zitten van nature niet in voedingsmiddelen en hebben geen voedingswaarde.
Er wordt wel eens gezegd dat bepaalde E-nummers kankerverwekkend zouden kunnen zijn. In onderzoek met proefdieren zijn er verbanden gevonden tussen bepaalde E-nummers en sommige kankersoorten. Echter, in deze onderzoeken werden de proefdieren blootgesteld aan zeer hoge concentraties van deze E-nummers. Mensen zullen deze nooit in die mate binnenkrijgen. Daarnaast hebben wetenschappers geconcludeerd dat additieven (waaronder E-nummers) een minder grotere rol spelen dan andere factoren in leefstijl en voeding bij het ontstaan van kanker. (24,25,26,27)
Conclusie: er zijn geen redenen om aan te nemen dat E-nummers kanker zouden veroorzaken.
Groene thee
Er is onvoldoende bewijs dat groene thee het risico op kanker verlaagd. Uit verschillende onderzoeken onder populaties is gebleken dat er aanwijzingen zijn dat groene thee een preventieve werking zou kunnen hebben op het ontstaan van kanker. Maar er zijn ook onderzoeken gedaan waaruit geen preventieve werking van groene thee bleek. Bij de studies waaruit een positief effect bleek, is het niet duidelijk of het positieve effect door de groene thee kwam, of dat mogelijk ook andere factoren (zoals leefstijl) van invloed kunnen zijn. Mocht het zo zijn dat groene thee een positief effect heeft, dan is dit alleen zo bij het drinken van meerdere kopjes per dag. Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat het drinken van vier of meer koppen groene of zwarte thee, kan zorgen voor een afname in DNA schade bij zware rokers.
Laboratorium- en dierproefonderzoek hebben uitgewezen dat bepaalde componenten van groene thee een antioxidatieve werking hebben. Echter, wanneer een antioxidatieve werking in het laboratorium wordt gevonden wil dit niet per definitie zeggen dat de stof kanker bij mensen kan voorkomen (zie ook de informatie bij ‘Antioxidanten’). Er zijn ook studies waaruit juist een kankerverwekkend effect bleek van bepaalde componenten van groene thee. (28,29,30)
Conclusie: er is nog onvoldoende bewijs of groene thee kanker zou kunnen voorkomen.
Soja
Er is onvoldoende bewijs dat soja op zichzelf een beschermende werking heeft op het ontstaan van kanker. Soja past wel in een gezond voedingspatroon, omdat het plantaardig is. Er wordt daarom geadviseerd om ervoor te zorgen dat je maaltijd voor twee derde uit plantaardige voedingsmiddelen bestaat. Matige consumptie van soja(producten), zoals tofu of sojamelk, past daar prima bij.
Er wordt vooral veel geschreven over soja en een mogelijke invloed op borstkanker. Het lijkt er op dat een voedingspatroon met veel tofu en soja-eiwit, in verband staat met een verminderde kans op borstkanker. Echter, zijn er nog onvoldoende resultaten om harde conclusies te kunnen trekken over een positief dan wel negatief effect van soja op het ontstaan van borstkanker. Het gebruik van supplementen met soja of fytooestrogeen wordt wél afgeraden, zeker als je borstkanker hebt gehad. (31,32,33)
Conclusie: er is nog onvoldoende bekend om harde conclusies te trekken over soja en de invloed op kanker.
Suiker
Suiker kan tandbederf veroorzaken en wanneer veel suiker geconsumeerd wordt kan dit ten koste gaan van andere producten die je lichaam nodig heeft. Maar verder is het algemene advies om minder suiker te gebruiken, vooral opgesteld om gewichtstoename, overgewicht en obesitas te voorkomen en te bestrijden. Suiker als voedingsbestanddeel op zich zorgt niet voor problemen, maar het gaat om de bijdrage die het levert aan de hoeveelheid energie in een voedingspatroon. (34,35,36)
Conclusie: Het is niet wetenschappelijk bewezen dat suiker op zich invloed heeft op kanker.