Daarom zetten we hier een paar zaken op een rij die je aan je arts moet doorgeven. Ze kunnen namelijk de medicijnen voor je behandeling beïnvloeden:
- Anti-conceptiemiddelen (bijvoorbeeld de pil of het spiraaltje).
- Allergie-medicijnen, bijvoorbeeld voor je hooikoorts.
- Voedingssuplementen, bijvoorbeeld vitaminetabletten en mineralen.
- Medicijnen die niet voor je behandeling zijn, denk aan paracetamol, ibuprofen, hoestdrankjes of neusspray.
- Kruiden en alternatieve geneesmiddelen, bijvoorbeeld kruidenpreparaten en Sint Janskruid.
Je arts kan jou precies vertellen welke zaken je beter (even) niet meer kunt innemen. Ook je apotheker kan meedenken; vraag deze gerust om een extra check.
KWF Kankerbestrijding heeft een heel heldere folder over ‘Aanvullende of alternatieve behandelingen bij kanker’. Lees deze eens op je gemak door.