Dikkedarmkanker ontstaat vrijwel altijd uit een poliep. Een dikkedarmpoliep is een woekering van het slijmvlies van de dikke darm. De meeste poliepen zijn goedaardig en blijven dit ook. Slechts in een klein percentage poliepen komen ‘onrustige cellen’ voor. Als kwaadaardige cellen in de wand van de dikke darm groeien, spreken we van dikkedarmkanker. Om de darmen zit een uitgebreid systeem van lymfevaten, lymfeklieren en bloedvaten. Groeit een tumor verder in de darmwand? Dan wordt het risico groter dat er kankercellen losraken. Die kunnen zich in het lichaam verspreiden en uitgroeien tot nieuwe tumoren. Dit zijn uitzaaiingen.
Indien darmkanker zich al op jonge leeftijd voordoet kan dat duiden op erfelijkheid. Vaak komt de patiënt uit een familie waarin al eerder darmkanker geconstateerd is. Indien een eerstegraads familielid(ouder of kind) dikkedarmkanker heeft, of heeft gehad, dan is het risico om het zelf te krijgen twee tot driemaal vergroot. Hoe eerder de diagnose bij het eerstegraads familielid werd vastgesteld, hoe groter het risico. Tevens geldt dat het risico groter is naarmate meer familieleden de aandoening hebben.
Voor meer informatie kijk op de site van kanker.nl of van de Maag, Lever en Darmstichting.