Vanaf dat moment mailt hij vrienden, familie en collega’s over de ontwikkelingen over zijn ziekte en over zijn gevoelens en ideeën. Ideeën die hij opdoet tijdens zijn behandelingen om de kanker een halt toe te roepen en een bron van inspiratie zijn om de zorg voor jonge mensen met kanker vooral méns gericht te maken. Zo lanceert hij het idee voor een veilige digitale ‘hangplek’ voor jonge kankerpatiënten en vindt hiervoor oor bij de afdeling Medische Oncologie. Het mondt uit in wat nu de AYA4 community van het UMC St Radboud is. Hij zoekt zaken uit over voeding, spiritualiteit, leeftijdspecifieke zorg. Jip beschrijft ook hoe hij zijn leven door-leeft, met de kanker op zijn bagagedrager.
Een aanvankelijk nog optimistische levensverwachting moet gaandeweg drastisch worden bijgesteld. Op 1 december 2011 krijgen Jip en zijn naasten te horen dat ‘er niets meer aan te doen is’. In zorgland is daar een mooi, verhullend woord voor: terminaal. De harde werkelijkheid is dat zijn leven op deze aarde op korte termijn zal eindigen. Aanvankelijk schrijft Jip zijn ervaringen op in verhalende vorm. In de laatste fase, waarin zijn leven een radicale wending krijgt en alle zekerheden onzeker worden, schrijft hij open e-mails. Het boek is niet alleen een tribute aan Jip, als ambassadeur van AYA. Het boek is op zijn verzoek vooral een appèl aan alle betrokkenen om ‘oog te hebben voor een méns met een ziekte’. Om in de zorg buiten de gebaande paden te gaan denken, om de zorg vanuit te belevingswereld van de patiënt in te richten.
April 2012
De teams van AYA-net en REshape Center
UMC St Radboud